Technische data

Het masterplan

In 2002 won Resiterra nv (IBC Vastgoed / KBC Vastgoed) op basis van ons masterplan, de wedstrijd voor de herinrichting van de St.Pieter-St.Raphaël ziekenhuissite (terrein van 9 ha in de historische binnenstad van Leuven). Sindsdien is er via doorgedreven overleg met de stad Leuven, hard aan het masterplan gewerkt.

 

Na afronding van het globaal masterplan werd duidelijk dat het noordelijk en het zuidelijk deel een verschillende projectsnelheid zouden hebben. Het zuidelijk deel is haast onbebouwd, het noordelijk deel is veel complexer en huisvest nog een aantal ziekenhuisfuncties, die geleidelijk naar Gasthuisberg moeten verhuizen. Op voorstel van de Stad werd dan beslist om het RUP in twee op te delen:
• zuidelijk deel: Janseniushof
• noordelijk deel: Hertogeneiland Noord

 

Na overleg met verschillende hogere overheden, werd begin 2010, het masterplan gefinaliseerd. Vooral de Dienst Erfgoed heeft er voor geijverd om het Landbouwinstituut te behouden, alsook een klein tuinpaviljoen in het midden van de projectzone. Het aangepaste masterplan werd 30 april 2010 door de Stad aan de pers gepresenteerd. en eind 2010 definitief goedgekeurd als onderlegger voor het RUP. De procedure voor het RUP is volop aan het lopen. Bij de opmaak van het stedelijk concept werd door ons samengewerkt met Conix Architecten en professor Paul Vanaerschot.

 

Het RUP

 

Toen de Hertogeneilandsite vrij kwam, werd beslist om het ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) op te splitsen in twee delen met eigen karakter en timing: RUP Janseniushof en RUP Hertogeneiland–Noord. De opdracht bestaat erin een ruimtelijke setting te ontwerpen waar wonen primeert. Het is de uitdaging om het nieuwe te vervlechten met het bestaande historische weefsel en een sequens van verrassende momenten toe te voegen die de bezoeker zich kan toe-eigenen. De Janseniussite en Hertogeneiland-Noord vormen samen met Barbarahof, de nieuwe benedenstadontwikkeling voor Leuven. De benedenstad ent zich op het weefsel van Leuven, voegt er nieuwe elementen aan toe en verheldert bestaande structuren.

 

Vier thema’s lopen als rode draad doorheen de projecten: De Dijle verbindt Barbarahof, Hertogeneiland en Janseniushof. Ze vervolledigt de stadswandeling langs het water en de historische wallen. Op die manier maken de nieuwe projecten de geschiedenis van de stad opnieuw leesbaar. De cluster van groene oases verbindt de huidige parkfragmenten. De publieke ruimtes geven zo een stedelijk tuingevoel aan bewoners en bezoekers van de stad. De projecten zetten in hun compositie van bescheiden volumes en mo(nu)mentenhet weefsel van de stad zo naadloos mogelijk verder, of herstellen het waar nodig. De mo(nu)menten zijn herkenningspunten die voor oriëntatie zorgen én mee stedelijke identiteit opbouwen. Af en toe zijn het gebouwen, maar meestal wordt het mo(nu)ment gevormd in de contramal van het gebouwde, in de pleinen en plekken. Door zich te enten op het omliggende stratenpatroon wordt elk deelproject een kleine stad-in-de-stad: met eigen steegjes en straatjes, maar herkenbaar vanuit de bestaande publieke ruimtes. Om elk project zijn eigen ‘hart’ te geven, een moment van verstilling, blijven de binnengebieden verkeersvrij. Hier kan de bewoner of bezoeker even ontsnappen aan de dagelijkse stedelijke drukte.

 

Barbarahof wordt op dit moment gerealiseerd. Het ontwerp voor Hertogeneiland-Noord werd even bevroren, de Janseniussite ligt nu ten stadhuize voor opstart van het RUP. De Dijle, het Justius Lipsiuscollege, het historische sluizencomplex en het aanwezige groen maken van Janseniushof een unieke oase in de binnenstad. Het geheel zal 214 wooneenheden tellen. Om een complexe bewonersmix mogelijk te maken worden er verschillende woontypes voorzien: studio’s, lofts, klassieke appartementen, penthouses, duplexwoningen, doorzonappartementen, bejaardenflats , grondgebonden gezinswoningen, .... De publieke ruimte is sowieso de essentie van elk architectuurproject, zeker in een binnenstedelijke omgeving. De ontsluiting van het binnengebied gebeurt door autoluwe straatjes, met een stadspleintje in het midden, met zicht op water en veel groen. In de luwte van het Justus Lipsius college, langsheen de Dijle, wordt de eerste aanzet voorzien voor het langgerekt Dijlepark dat tot aan de Brusselse straat zal lopen.